APPENDIX
Specificaties 151
Tekst invoeren
Bij het instellen van bepaalde functies, zoals de stations-ID, moet tekst worden ingevoerd. Boven de
meeste kiestoetsen staan drie of vier letters. Boven de “0”, “#” en “” staat niets omdat deze toetsen
een speciale functie hebben.
U kiest een letter door het cijfer met de benodigde letter erboven het juiste aantal malen in te
drukken.
Spaties invoegen
Wilt u een spatie invoeren, druk dan tweemaal op .
Corrigeren
Wilt u een fout ingevoerde letter corrigeren, druk dan op om de cursor achteruit te bewegen.
Wanneer de cursor voor de te corrigeren letter staat, drukt u op Stop/Eindigen. Alle letters die
boven en rechts van de cursor staan, worden nu verwijderd. U kunt nu de juiste tekst en/of cijfers
invoeren. U kunt de cursor ook achteruit bewegen en over de foute letter heen typen.
Letters herhalen
Als u tweemaal achtereen dezelfde letter wilt invoeren (bijvoorbeeld twee e’s), dan drukt u
tussendoor op om de cursor een plaats verder te zetten.
Speciale tekens en symbolen
Druk herhaaldelijk op , #, of 0, of druk op om de cursor onder het gewenste teken of symbool
te zetten. Druk vervolgens op Menu/Set om het te selecteren.
Toets eenmaal tweemaal driemaal viermaal vijfmaal
2ABC2A
3DEF3D
4GHI4G
5JKL5J
6MNO6M
7PQRS7
8TUV8T
9WXYZ9
toets 0 Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0
toets (spatie) ! ” # $ % & ’ ( ) + , - . /
toets # : ; < = > ? @ [ ] ^ _
C