54 Hoofdstuk 9
9
Opties voor afstandsbediening
Fax Opslaan instellen
Zet deze functie AAN als u wilt dat inkomende faxberichten in het geheugen worden opgeslagen. U
kunt dan functies als Fax Doorzenden en Op Afstand Opvragen gebruiken.
1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 2.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Menu/Set zodra de gewenste
optie op het LCD-scherm staat.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Back-up print
Als u FAX OPSLAAN hebt ingesteld op AAN, zal de machine alle faxberichten die in het geheugen
worden ontvangen automatisch afdrukken. Dit is voor alle zekerheid, zodat u geen berichten verliest
als de stroom zou uitvallen.
Fax Doorzenden
Een nummer programmeren waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd
Wanneer de functies Fax Doorzenden en Fax Opslaan zijn ingesteld op AAN, worden inkomende
faxberichten eerst in het geheugen opgeslagen. Vervolgens kiest de faxmachine het door u
geprogrammeerde faxnummer en wordt het bericht naar dat nummer doorgestuurd. U kunt het
nummer waarnaar faxen worden doorgestuurd vanaf een externe locatie wijzigen. (Zie Het nummer
wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd, pagina 57.)
1
Druk op Menu/Set, 2, 5, 1.
2
Druk op of om AAN te selecteren, en druk op Menu/Set.
U wordt gevraagd om het nummer in te voeren waarnaar de faxberichten moet worden
doorgestuurd.
3
Voer het nummer in (maximaal 20 tekens), en druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Eindigen.
Als er faxberichten in het geheugen zitten en u de functie Fax Opslaan uitschakelt,
wordt u gevraagd of u alle opgeslagen faxberichten wilt wissen.
Als u op 1 drukt, worden alle faxberichten gewist en wordt de functie Fax Opslaan
uitgeschakeld. Als de gegevens in het geheugen nog niet zijn afgedrukt, worden
deze eerst afgedrukt en vervolgens gewist. Als u op 2 drukt, worden de
faxberichten niet gewist en blijft Fax Opslaan geactiveerd.
Om Fax Doorzenden te kunnen gebruiken, moet de functie Fax Opslaan zijn
geactiveerd.