GEAVANCEERD GEBRUIK
Geavanceerd ontvangen 49
7
Geavanceerd ontvangen
Werken met een extern of een tweede toestel
Een extern toestel is een telefoon die op uw faxmachine is aangesloten (op de EXT-ingang van de
faxmachine of op de stekker in het telefoonstopcontact).
Een tweede toestel is een telefoon die op hetzelfde nummer is aangesloten als uw faxmachine, maar
de stekker ervan is in een ander telefoonstopcontact gestoken. Uw faxmachine is bijvoorbeeld
aangesloten in uw studeerkamer, maar u hebt in de keuken ook een toestel op uw telefoonlijn
aangesloten (met hetzelfde telefoonnummer als uw fax). Zo kunt u de telefoon dan in de keuken
opnemen en het telefoontje overzetten naar uw faxmachine als het een faxbericht betreft.
Als u een faxoproep beantwoordt vanaf een extern of een tweede toestel, kunt u deze oproep
doorverbinden naar uw faxmachine. Hiervoor gebruikt u de code voor activeren 5 1, De machine
begint de fax dan te ontvangen. Als u FAX WAARNEMEN instelt op AAN, hoeft u niet op 5 1
te drukken, u houdt gewoon de hoorn in uw hand en wacht een paar seconden. (Zie Fax Waarnemen
(met een externe telefoon), pagina 33.)
Als de faxmachine een normaal telefoontje aanneemt en het dubbele belsignaal geeft, voert u de code
voor uitschakelen in (# 5 1) in om het telefoontje op een tweede toestel aan te nemen. De code voor
uitschakelen wordt alleen gebruikt in de stand Fax/Tel (F/T). (U moet de code voor het op afstand
activeren via Menu/Set, 2, 1, 4 instellen op AAN om de code 5 1 of # 5 1 te kunnen gebruiken.)
Als u een telefoontje aanneemt en u niets hoort, betreft het hoogstwaarschijnlijk een inkomend
faxbericht. Als u het telefoontje op een tweede toestel aannam, drukt u op 5 1, en wacht u totdat
u het tjirpende geluid hoort, pas dan mag u ophangen. Op een extern toestel drukt u op 5 1 en
wacht u totdat de verbinding is verbroken (op het LCD-scherm van de faxmachine staat
ONTVANGST), pas dan mag u ophangen. De beller moet op start drukken om de fax te verzenden.
De code voor activeren op afstand kan ook door bellers worden gebruikt. Als u een extern
antwoordapparaat gebruikt, moet uw uitgaande bericht eindigen met de mededeling “Druk op
5 1 om een fax te sturen”. (Zie Uitgaand bericht van antwoordapparaat, pagina 6.)
Uitsluitend voor de stand Fax/Telefoon
Als de faxmachine in de stand Fax/Tel staat, wordt de dubbele bel gebruikt om aan te geven dat het
een normaal telefoontje betreft. Als u bij de machine bent, neemt u de hoorn van de externe telefoon
van de haak en drukt u op Telefoon om de telefoon aan te nemen.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens het overgaan van de dubbele bel
opnemen en tussen twee dubbele belsignalen in op # 5 1 drukken. Als u niets hoort, of als iemand
probeert een fax te sturen, drukt u op 5 1 om het telefoontje naar de faxmachine over te zetten.
Als u per ongeluk de hoorn van een tweede toestel opneemt terwijl er een
faxbericht binnenkomt, wordt de transmissie onderbroken of zullen sommige
delen onleesbaar zijn.